zaterdag 3 oktober 2020

 DE KEUKEN VAN DE PERIGORD (4)


De tourain kan ook gemaakt worden van tomaat. Neem hiervoor enkele mooie rijpe tomaten, snijd ze klein, laat ze een kwartier tot 20 minuten sudderen met uiringen in wat eendenvet en geef zout en peper naar behoefte. Maak  een lichte roux met tarwebloem, bevochtig deze met water en laat koken. Voeg de gegaarde ui/tomaat bij de gegaarde roux en voeg water naar wens toe. Tot slot worden stukken brood toegevoegd, liefst roggebrood. Er komt hier dus geen ei aan te pas.

Als alternatief is het goed mogelijk om de eerdergenoemde knoflook tourain als basis te nemen en daaraan tomaten toe te voegen. Dat is eigenlijk wel het leukste. Vervolgens gaat u telkens opnieuw experimenteren door toevoeging van steeds andere smaakmakers. Zo ontstaat uw eigen signatuurgerecht.


Waar de noordelijke landen verzot zijn op hun winterse erwtensoep, zijn ze in de Périgord verzot op hun zomerse tuinbonensoep. Qua consistentie en smaak lijken de twee best wel op elkaar.

Elke familie in de Périgord heeft zijn groetentuin, zijn potager. Het woord "potager" lijkt al veel op "potage" dat soep betekent. En inderdaad wordt vrijwel alles wat in de potager groeit in de soep gedaan. Voor de tuinbonen is in de potager altijd veel plek gereserveerd. Logisch, want tuinbonen hebben weinig nodig en groeien als gek. Telkens plant je nieuwe, zodat je er een lang seizoen van kunt genieten. Maar waarom in de hete zomer een soep eten die volgens noorderlingen bij een winters landschap van koek en zopie past? Het antwoord is energie. Tegenwoordig is het met al die landbouwmachines nauwelijks meer voor te stellen, maar tot een jaar of 70 geleden gebeurde het hooien nog grotendeels met de hand. De boeren waren er de volledige zomer mee bezig, het was enorm zwaar werk. Je moest dus veel energie tot je nemen en daarvoor was de tuinbonensoep bestemd. Voor het maken van deze soep hoef je niet te hebben doorgeleerd, het is geen hogere wiskunde.

Benodigd: 1 kg enkelgedopte tuinbonen, 3 plakken gerookt spek van 1 cm dik, 2 flinke uien, 2 tot 4 teentjes knoflook, 1,5 soeplepel eendenvet, peper, zout.


Zet de gesnipperde uien aan in eendenvet zonder kleuren. Zet vervolgens de bonen met de gesnipperde knoflook en het spek erbij aan. Vul de pan met water tot de bonen onder staan en laat 3 kwartier koken. Haal het spek eruit, snijd in dobbelsteentjes en bak deze lekker bruin in een droge pan. Pureer de soep heel fijn met de staafmixer en voeg daarna de spekjes toe. Deglaceer de spekpan met een beetje water en voeg het vocht aan de soep toe. Breng eventueel verder op smaak met peper en/of zout.


Bij de boerenfamilies was het altijd mémé (grootmoeder) die zich over deze soep ontfermde. Logisch, want de rest van de familie werkte op het land. Mémé bewaarde de hete soep in een hooikist zodat deze verder kon garen.  De mannen en vrouwen op het land aten de soep drie- tot viermaal daags.

dinsdag 20 augustus 2019

Gallische en Romeinse wegen (2)

Zoals eerder vermeld, was Saint Pompon een kruispunt van Romeinse wegen. In het landschap rond het dorp is daar nog veel van te zien. Ideaal voor wandelaars en fietsers.

Zie hier het traject over de heuvelrug tussen Daglan en Saint Pompon/Le Maine.


Af en toe met enorme vergezichten.

Af en toe is de weg nog met moeite te zien.

Deze schuilhut zal van latere datum zijn. In het landschap liggen vele honderden van deze cabanes rondgestrooid.

Het landschap is geheimzinnig, je voelt dat de oude Romeinen dichtbij zijn.




vrijdag 9 augustus 2019

Gallische en Romeinse wegen

Dat het wegennet rond Saint Pompon goed ontwikkeld is, komt door de lange, lange geschiedenis van het dorp. Van de grot onder château Castelvieil was al lang bekend dat deze zowel Neanderthalers als "gewone" IJstijd-mensen waren bewoond. In 1986 werd net buiten het dorp de grot Des Rougies ontdekt waar enorm veel werd opgegraven. Zo werd bewezen dat er sinds de IJstijd onophoudelijk een dorpje was geweest. De grot zelf, zo bleek, was nooit bewoond geweest. Een instorting zorgde er echter voor dat de gehele bovengrond in de grot was gevallen, met inbegrip van veel bewoningssporen uit alle tijden.
Toen de Romeinen ten tonele verschenen, bestond er al een indrukwekkend Gallisch wegennet, zowel tussen dorpen als tussen bewoningen en drink- en graasplaatsen. Hele mooie voorbeelden van een authentieke, onaangeroerde Gallische weg is te vinden tussen Saint Pompon en het 7 kilometer verder gelegen Daglan. De weg loopt vanaf een hoog punt (waar vermoedelijk ooit bewoning was) naar het riviertje de Lousse beneden in het dal. Het weggetje was zodanig aangelegd dat een boer zich met zijn koe, varken of geiten kon verplaatsen zonder de dieren in bedwang te houden. Ze konden vanwege de stenen muren geen kant op. Langs dit weggetje zijn de vroegere bewoningen en zelfs arbeidsplaatsen nog goed te zien.

Authentieke Gallische weg

Ook tussen Saint Pompon en Daglan zien we en Gallische weg. Deze werd door de oude Romeinen aangepast en maakte deel uit van de hoofdweg tussen Vesuna (Périgueux) en Divona (Cahors). Dit traject was weer onderdeel van de lange weg tussen Rome en het huidige België. De Romeinse wegen waren zeer belangrijk. Op de eerste plaats maakten ze snelle troepenverplaatsingen mogelijk, ten tweede ware het handelsroutes waarlangs specialiteiten van alle veroverde regio's naar Rome werden gebracht. Daarnaast waren de wegen belangrijk als communicatiemiddel. De Romeinen beschikten hiertoe over een ingenieus georganiseerd koeriersnetwerk. Het wegtraject waar het hier om gaat, liep over de heuvel heen. Vandaag kunt u daarom nog steeds genieten van prachtige vergezichten. Langs deze weg zien we ook een cabane (volledig stenen gebouwtje), vermoedelijk een schuilplaats bij slecht weer.

Prachtige vergezichten...

Cabane - schuilhut






Er zijn nog meer Gallische en Romeinse wegen te vinden, Saint Pompon was namelijk een kruispunt van wegen. Dat is voor een andere keer.

donderdag 1 augustus 2019

DE BARBECUE


Barbecuen is een veelal zomerse bezigheid die zich afspeelt in de tuin achter het huis. Voor de man is het dé gelegenheid om zijn culinaire talenten te onderstrepen. In vrijwel alle landen, dus ook in Frankrijk, is de volgorde van werken zo'n beetje gelijk, waarbij de taken tussen man en vrouw worden verdeeld. Hieronder geef ik graag de beschrijving van traditionele handelingen zoals ik die hier en daar observeer.

De man haalt de barbecue en het houtskool uit de schuur.
De vrouw reinigt de grill.
De vrouw gaat naar de super en de slager.
De vrouw bereidt de salade en de groenten.
De vrouw bereidt het vlees voor en kruidt en marineert het eventueel.
De vrouw legt de gereedschappen klaar, plaatst de gepoetste grill en brengt het vlees.
De man legt het vlees op de grill.
De vrouw gaat de tafel dekken, controleert de cuisson van de groenten en bereidt het dessert.
De vrouw waarschuwt de man dat het vlees bijna verbrandt.
De man haalt het overgare vlees van de barbecue en geeft het aan de vrouw.
De vrouw maakt de borden op terwijl de man een welverdiend glas bier neemt.
De vrouw ruimt na het eten de tafel af, vult de afwasmachine en ruimt de keuken op.
De man laat de barbecue staan want die brandt nog.
De man vraagt aan de vrouw of ze het prettig vond, vandaag geen eten  te hoeven klaarmaken.
De vrouw kijkt van die vraag op.
De man concludeert dat vrouwen nooit tevreden zijn.


dinsdag 5 maart 2019

GANZENVERVOER

De dag voordien had ik mijn R4 al omgebouwd om de beesten waardig te kunnen ontvangen. Wat was het geval? Een boer in de buurt was gestorven en zijn ganzen en andere dieren moesten verplaatst naar andere boeren. Ik zou het vervoer van de ganzen op me nemen, een kwestie van nabuurschap. Het zouden er 17 zijn, zo was me gezegd. Uiteindelijk werd het een klucht waar je een film over kunt maken:

LA GRANDE VADROUILLE DES OIES

Ten eerste kreeg ik geen 17 maar 23 beesten mee. Die volwassen patatten werden in mijn autootje gedouwd. Gelukkig hielden de ganzen zich muisstil, ze bewogen niet. Tot ik de motor startte... Plots probeerden ze allemaal tegelijk door de barrière heen te breken, ze wilden eruit. De chaos was compleet. Toen moest het rijden nog beginnen.
Ganzen, zo heb ik tijdens de rit ervaren, zijn de gelukkigste dieren ter wereld op een kaarsrechte gladde asfaltweg. Ze zitten dan een beetje met elkaar te keuvelen en kijken geïnteresseerd door de patrijspoort naar de grotemensenwereld. Maar helaas, de Périgord heeft vrijwel geen kaarsrecht glad asfalt, achter elke bocht ligt een bocht. Dus was het vrijwel continu kabaal achterin. Toen het canaille eenmaal ter plaatse was, ergens achter Sarlat, werd ik weliswaar van 23 ganzen bevrijd maar niet van hun odeur. Thuis ben ik twee uur bezig geweest met de kar. Eerst de stellage afbreken die ik achterin had getimmerd en vervolgens soppen met Ajax, Bref en chloor. Verder moest ik, om me volledig te bevrijden, me douchen, omkleden en m'n bleu in de was doen. Hierbij de prentjes die van het bangelijke avontuur werden geschoten.











maandag 2 oktober 2017

De aanleg van een zwembad van A tot Z

Zoals ik ooit al schreef, is een eigen zwembad eigenlijk geen goed idee. In de zomer, als het warm is, heb je ineens heel veel vrienden. Ze zuipen je whisky op terwijl hun kinderen in het bad urineren. Tegen zonsondergang is de meute plots verdwenen, jij mag dan de rotzooi opscheppen met een netje. Maar ja, je weet hoe het gaat, je gunt je kleinkinderen ook wat. Hen zien kraaien van plezier doet alle ellende snel vergeten.


Wat ik voor ogen had, was een bad van 8 op 4 meter, in diepte aflopend naar 2 meter. Als je daarnaar op zoek gaat, word je al meteen geconfronteerd met een principiële beslissing: wordt het een bad met een liner of wordt het een coque. Bij een liner wordt een kuip gemetseld en daar doen ze een dikke folie in. Een coque is een badkuip van polyester die in zijn geheel wordt geplaatst. Nu hebben we in België al een bad met een liner en dat bevalt niet zo. In de Périgord bezocht ik meerdere projecten van verschillende soort en kwam tot de conclusie dat ik een coque wilde.


Vervolgens moest ik op zoek naar een leverancier en die zijn er in overvloed. Heel veel gesjeesde bouwvakkers hebben namelijk een bord Piscinier op hun gevel geschoefd. Wie kan je vertrouwen? Het antwoord is niet simpel. Ze willen allemaal een flink voorschot en daar heb ik al de nodige ervaringen mee. Geef je een Fransoos een voorschot dan is het contract voor hem wel eens volkomen afgerond. Bij diverse pisciniers vroeg ik gewoonweg of ik hun jaarcijfers mocht inzien. Als ik zag dat ze vorig jaar 22.000 euro omzet hadden, ging ik naar de volgende. En ook confronteerde ik hen met simpele vragen die ik via google had bedacht. De meesten vielen direct door de mand. Bleef over een piscinier uit de buurt van Sarlat: de firma Minard. Deze had ook goede referenties. Ik onderhandelde over de aanbetaling en dat was onmiddellijk ok. In kortere tijd dan gedacht, kreeg ik zelfs een bouwvergunning, door Minard zonder meerkosten aangevraagd. Dat klinkt simpel, maar vergeet niet dat ik in het historische dorp Saint Pompon woon. Hier is bijna alles beschermd, gaande van het Gallische koningsgraf Les Grilloux met de passerende Romeinse weg tot aan de verdedigingspoort uit de honderdjarige oorlog, de 11e-eeuwse kerk en het feodale kasteel. Ons eigen Château Norbert stamt uit de 16e eeuw. Bâtiments de France (monumentenzorg) stelt daarom zijn eisen en die zijn niet altijd even mals. Bij mij viel het best wel mee. De badkuip moest in kalksteenkleur worden uitgevoerd, er mochten geen reflecterende tegels op het terras, dat soort dingen. Toen de vergunning er eenmaal was, schoot iedereen in de hoeven. 

De werkmannen kwamen rondlopen met paaltjes, mokerhamers en spuitbussen felgekleurde verf. Ik heb ze nadien allemaal op een frisse pint getrakteerd en dat helpt altijd. 

Terrassement
De grondwerken had ik uitbesteed aan de firma Laplanche te Saint Pompon. Vader Lucien en zoon Christian zijn nu eenmaal vrienden van ons. Met onvoorstelbare precisie maakten die het juiste gat.





Op 22 mei 2017 was het zover. Althans ik kneep mijn anus tot een klein sterretje. Het zwembad van 8 bij 4 meter arriveerde op een dieplader, maar dankzij baardmans mocht die de grond van de buren niet passeren. Het duurde uiteindelijk 90 minuten voordat een hoogwerker, bestuurd door de oude monsieur Minard, het bad heelhuids op ons terrein kreeg.




Aan de plaatsing van het bad ging een dikke zwarte buis vooraf. Ik kon totaal niet bedenken waar dat ding voor zou moeten dienen. Het blijkt in Frankrijk een verplicht attribuut te zijn en is bedoeld om later te kunnen inspecteren of het grondwaterpeil nog wel in orde is.


Voorts werd fijne steenslag (castines) in het gat gestort. Dit is één van de meest precieze werkjes denkbaar. De badkuip komt hierop te rusten. Je wilt de kuip uiteraard exact waterpas hebben en later in het bad stappen op de juiste hoogte. Als alles klopt (en het klopte), glijdt de kuip vlot het gat in.






Zodra de boel op zijn plaats staat, worden de benodigde pijpleidingen aangesloten alsook de electra voor de verlichting. Daarna worden de wanden van de kuip voorlopig gestabiliseerd met balken en worden de ruimtes rond de kuip volgestort met castines. Zodra dat gedaan is, wordt de kuip door middel van een gewapende betonrand definitief gefixeerd. Nadat de technische ruimte (door mezelf gebouwd) voorzien is van filters, pompen, pH-meter en doseerapparatuur, mag het bad volstromen met 50 kuub kraanwater. Fase 1 is dan afgerond, er kan gezwommen worden.





La plage
Er kan nu inderdaad gezwommen worden, maar dan moet je wel met je blote tenen door de steenslag. Dat is geen goed idee, dus treedt fase 2 in werking: het terras. Voor degenen die de Franse taal niet helemaal beheersen, leidt het wel eens tot misverstanden. Het terras heet in het Frans plage (strand). Terrassement heeft niets met een terras te maken maar met het graven van het gat.

De plage bestaat uit een laag castines van 20 cm plus een betonlaag van 10 à 12 cm, waarbij de bewapening in het eerdere beton rond het zwembad wordt geïntegreerd. Het oppervlak moet niet waterpas zijn, maar naar buiten aflopen in verband met regenwater. De moeilijkheid van Château Norbert is dat er geen vrachtwagens het adres kunnen bereiken, onze openbare weg is slechts 240 cm breed. Dus moet het beton ter plaatse worden aangemaakt en met kruiwagens ter plekke komen. Ik had medelijden met de mannen van Minard, het gebeurde allemaal tijdens een hittegolf. Bij 38°C ga je liever zwemmen. Het werk was juist op tijd klaar om onze kleinkinderen te kunnen ontvangen. De hittegolf bleef voortduren, dus het nieuwe bad werd met open armen verwelkomd. Fase 2 was afgerond.









De afwerking
U hebt nu alleen nog fase 3 van me tegoed, de afwerking. Hoewel je perfect en comfortabel zou kunnen leven met een gladde betonnen plage, wilden we toch wel plavuizen hebben, dalles in het Frans. Zelf metselde ik intussen een muur van betonblokken en bezette die. Omdat het regenwater tegen de natuurstenen muur aan de zijkant zou botsen, had Minard iets moois bedacht. Onder de plavuizen werd een afvoergoot voorzien. Een geweldig idee. Intussen werd ook een electrisch rolluik geïnstalleerd.










Het resultaat
En hier ziet u dan het eindresultaat.
Ik ben de firma Minard veel dank verschuldigd. Ze hielden zich altijd op de dag en minuut aan de afspraken, iets wat in Frankrijk een wonder mag heten. Want meestal komen de ouvriers gewoon niet opdagen. Bovendien werd het werk zeer professioneel en loepzuiver uitgevoerd, waren de werkmannen beleefd en was er altijd ruimte voor nadere wensen, zonder meerprijs.
Ook uiteraard dank aan vader en zoon Laplanche voor de grondwerken en mijn vaste electricien Philippe Cassant.
Ik ben trouwens blij dat we niet voor chloor maar voor zout hebben gekozen. Van het zout merk je tijdens of na het zwemmen niets. Je houdt er alleen een superzachte huid aan over, zonder rimpels.